Historie van de kerk

Geschiedenis

Het tegenwoordige gebouw zou in opzet nog uit de 13e eeuw kunnen dateren, doch is mogelijk deels herbouwd en in ieder geval van grote rondboogvensters met nieuw gemetselde dagkanten voorzien in 1775, welk jaar op een grote gedenksteen boven de
toreningang als dat van de vernieuwing van de kerk wordt vermeld.
De kerk bestaat uit drie traveeën. De aanwezigheid van lisenen doet op het eerste gezicht vermoeden, dat de kerk is gebouwd in de romano-gotische stijlperiode (1280-1400). Ook de nog aanwezige holle profielstenen ter plaatse van de dakvoet zouden kunnen wijzen op romano-gotische invloeden. Het metselwerk is echter tamelijk onsamenhangend uitgevoerd. Soms wordt kettingverband aangetroffen, soms wild verband. De voegen zijn vrij grof en de gebruikte kloostermoppen zijn niet erg strak en kantig. Verder worden in verhouding teveel koppen en klezoren aangetroffen. Hieruit valt af te leiden dat de kerk is gebouwd met afbraakmaterialen van een vroegere kerk of van een gebouw elders.
Op de gebinten van de kerkkap zijn telmerken ingekapt, die te dateren zijn als rond 1600. Op de eikenhouten daksporen komen ingekapte romeinse cijfers voor, deze telmerken zijn veelal laat-middeleeuws.
De herbouwde kerk zou in hoofdvorm een reconstructie kunnen zijn van een romano-gotische voorganger.


Toren en klokken:
Het bouwjaar van de toren is niet meer te achterhalen. Wel is duidelijk dat de toren in 1662 werd vernieuwd onder aanvoering van de toenmalige collator, Bernhart Entens. 
De toreningang zal echter eveneens in 1776 zijn gewijzigd, welk jaartal op de sluitsteen van de westingang voorkomt. Waarschijnlijk is toen ook de toren met de kerk verbonden.
In 1848 werd de toren verhoogd – volgens een gedenksteen aan de noordkant – waarbij men in het verhoogde deel galmgaten met spitse bogen heeft aangebracht. Het geheel wordt bekroond met een houten, opengewerkte spits.
In de toren hangen twee klokken: een van T. Goosens uit 1709 en een nieuwe, die een gescheurde klok uit 1538 vervangt. Op de overgang van spits naar muurwerk bevinden zich twee wijzerplaten met elk slechts één wijzer, die de uren aangeeft. Het smeedijzeren mechanische uurwerk is vroeg - 17e eeuw.